maandag 19 november 2012

Jachtseizoen

Het is donker in de zitkamer en middernacht. Ik ben speciaal voor mijn mobiel van tweehoog gekomen: dat ding moet me morgenochtend tijdig wekken, ik kan niet zonder wil ik de dag op een effectieve manier beginnen. Op het moment dat ik het licht aanknip zie ik hem. Of haar. Muis doorkruist razendsnel en zonder geluid de kamer en verdwijnt achter de bank. Ik ben niet bang voor muizen of in het donker en toch staat acuut het kippenvel op mijn kuiten. Met een grinnik graai ik mijn foontje van de tafel en verdwijn naar bed. Wacht jij maar. Jij krijgt nog een staartje.

Een dag later staat Huize Mol in het teken van de wapenstilstand. Sint arriveert in het land. Koen en Aart komen bij oma logeren en mogen hun schoentjes zetten. Muis verkeert een nacht in het gezelschap van twee chocoladeneven en een paar handjes strooigoed. Je reinste hapjesbuffet. 


Terwijl de broertjes 's morgens zingend bij hun schoentjes neerzakken speur ik omzichtig naar keutels, maar niks. Geen spoor van Muis bij de open haard of in de vensterbank, overal waar ik gisteren de stofzuiger nog door heb gehaald. Oma kan gerust zijn, de hygiënecode  wordt hier niet geschonden. Koen en Aart smikkelen onbezorgd van al het lekkers. En ergens zit Muis zich te verkneukelen, ik voel het. Ik geef hem nog een dag.

Een etmaal later. De jacht wordt geopend. Vier vallen van de vorige aanval, waar heb ik ze gelaten? Ik vind ze onderin de kast en stal mijn rijkdom uit op het aanrecht. Pindakaas, worst, kaas, ik laat me van mijn beste kant zien en bereid Muis royaal een feestmenu als beoogd galgenmaal. De presentatie moet het afmaken. Net echt. We beginnen met een voorafje. Uiterst behoedzaam vul ik twee vallen met een likje pindakaas-met-nootjes,  stel ze op scherp en plaats ze links en rechts van de bank. Niet in de buurt van gordijnen of vitrage, ooit moest ik het muizenbloed van een muur vegen en die smeerboel - daar heb ik geen zin in.

Zie zo, en dan nu een hoofdgerecht met kaas en worst. Wat ben ik toch gul. De valletjes op scherp - daar ga ik. Met in iedere hand een hapje, van de keuken naar de kamer. Links worst, rechts kaas, vandaag maak ik voorgoed korte metten met de vraatzucht van onze muisgenoot. 
Voorzichtig ga ik door mijn knieën  - o ja, mijn rug. Die vergeet ik steeds. Ik wankel een tel, zoek mijn evenwicht. En met twee scherpe knallen klappen tegelijk allebei de vallen dicht.
Van de schrik zak ik plat op mijn gat, houd dapper nog de twee vallen omhoog - schiet onbedaarlijk in de lach.

 Zit je vinger er nou tussen?, informeert Arie verschrikt van achter de tv. Nou nee, gelukkig niet, zeg. Letterlijk niets aan de hand. Zelfs kaas en worst zitten nog op hun plek. Ik voel mijn rug, ja - maar dat was al. Inmiddels geroutineerd stel ik nogmaals de valletjes op scherp en schuif ze, iets voorzichtiger nu toch maar, naar een mooi plekje. 

En nu maar afwachten. Wat zal ik lekker slapen vannacht. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten