woensdag 2 januari 2013

Gelukkig 2013


Oud en nieuw zit er op. 2012 is afgesloten, 2013 begonnen.
De feestdagen zijn voorbij. Buiten knalt nog wat verlaat vuurwerk door de avond.

Elske is nog niet bevallen, we hebben geen nieuwe verjaardag op een ongelukkige datum. Wel maakten we een valse start mee, dachten we even dat Elske er al aan moest geloven maar die bui dreef over, want de weeën bleken nep. Iedereen in gespannen af- en Elske nog altijd in ver-wachting. Lang zal het niet meer duren. 

Op Nieuwjaarsochtend stapten we thuis de deur uit om naar de kerk te gaan. “Hoe gaat het hier eigenlijk met de Nieuwjaarswensen?”, vroeg ik aan Arie. “Dat zullen we snel genoeg weten.”, grijnsde hij. En we stapten in de auto - want het goot bakken van de hemel. Nee, geen snijdende winter dit jaar. Aan de bomen hangen de katjes alweer te bloeien, de geparkeerde auto’s eronder bestuivend met hun meel. De blaadjes van de treurwilgen zijn er nog maar een paar dagen af, eigenlijk is het nauwelijks herfst geweest en de lente zit al in de lucht. Zodra de groene puntjes van de treurwilgen zich straks laten zien wijs ik Koen (van vijf) op de feestelijk zwieberende takken: “Kijk eens, daar zijn ze weer, die slingertjes aan de boom. Je kunt wel zien dat het voorjaar wordt!” Ik kan bijna niet wachten.

In de kerk bleek het gezellig druk. Nieuwjaarswensen gingen over en weer. Een beetje onwennig voelde ik me ik toch wel. Hoe zou het nu in de Ontmoetingskerk zijn? Veertien Nieuwjaarsdiensten hebben we daar met elkaar beleefd, die ben je niet zomaar vergeten. Die bizarre slinger van mensen die zich al wensend van kerk naar zaal verplaatste om daar tenslotte met een kopje koffie neer te strijken: zo gaat het hier in de Bethelkerk niet. We beginnen gewoon bij de voordeur, aan de statafels, in de gang, en we houden allemaal goed in de gaten of we niemand zijn vergeten. Net zo gezellig, stel ik vast, alleen anders.

Een nieuw jaar ligt voor – en een bewogen jaar achter ons. Wat is er (weer!) veel gebeurd. Dat geldt vanzelfsprekend niet alleen ons gezin. Tijdens de korte kerkdienst op Nieuwjaarsochtend hoorden we spreken over de tijd tussen Schepping  en Herschepping. Leven tussen “Er zij Licht” en “Zie, ik maak alle dingen nieuw”. Het oude gaat voorbij, het nieuwe komt. Ik kan er zo naar uitzien.

En nu lees en overweeg ik de nieuwsberichten van de afgelopen twee dagen. We spreken dus van een rustige jaarwisseling. En het komt door de regen, begrijp ik. Nederland heeft zeventig miljoen euro aan vuurwerk besteed. Daarnaast komt het fraaie bedrag van twaalf miljoen voor Serious Request ietwat schameltjes op me over. Wat nou goede doelen? Let’s hear it for the baby’s, hoe durf je het nog hardop te zeggen? De ene week een enveloppe met een weliswaar leuk bedrag door een glazen brievenbus mikken en de andere week het vijfdubbele in de gietende regen verknallen? De vernielingen ten gevolge van vuurwerk kosten ons een lieve duit. Het meest beschamend vind ik de omgang met de hulpverleners. Slaan, schoppen, hinderen van politie, brandweer of ambulancepersoneel; hen bekogelen met flessen en vuurwerk, dat bedenk je toch niet. Grote woorden over de wapenwetgeving in Amerika, we kunnen het zo mooi zeggen. Maar de snoeiharde werkelijkheid is dat we geen haar beter zijn gebleken. Hoe kan het bestaan dat op 9 december maar liefst 12.000 mensen een stille tocht liepen voor de onbenoembare dood van een grensrechter en dat drie weken later een 21-jarig mensenleven ten einde komt nadat een reanimatie door omstanders verhinderd is? Ik kan er geen zin in ontdekken, heb er geen woorden voor. Ik weet het niet meer. Nederland, waar ben je mee bezig?

En intussen gaat alles gewoon door. Links en rechts ontving ik vandaag hartelijke nieuwjaarswensen. Nu wens ik altijd iedereen het hele jaar door het beste – dus ook vandaag. Als ik dat in die bewoording uitspreek ontmoet ik onbegrip, merk ik. Lichte ergernis, schijnt het.
Hoe kan dat nou? Het kan toch niet waar zijn dat die speciale wens voortdurend uitgesproken MOET worden willen je goedbedoelde intenties serieus genomen worden? Aanstaande maandag begint onze school weer. De grote knuffelactie, je kunt er maar beter de grap van zien met inbegrip van  bovengenoemde gedachte. Er gebeurt tenminste iets. Mooi toch! 
Afijn, 2013 –  we zijn al begonnen. Ik hoop dus weer grootmoeder te worden. Een geboortebericht op korte termijn, waarvan ik hoop en bid dat alles eromheen voorspoedig zal verlopen. Daarnaast ligt er een gigantische berg werk op me te wachten want in september moet ik klaar zijn met mijn Master. Frappant toch – welgeteld negen maanden scheiden me van dat schijnbaar onbereikbare eindpunt. De klus die ik ga klaren laat zich op voorhand al treffend omschrijven als een zware bevalling. Wat ik me nog herinner uit de tijd dat bevallingen mijn dagelijks werk invulden: de hele familie is er bij betrokken, het huis staat op zijn kop maar er is er maar één die het zware werk opknapt. Zo kijk ik er tegenaan. Er tegenop ook. Ik kan wel wat supporters gebruiken, zeg maar.

Maar dan, tenslotte:  eind goed al goed. Zo zal het hopelijk zijn. 
Want als het kindje binnenkomt juicht heel het huisgezin.
En daar kan ik bijna niet op wachten. In de beide betekenissen.

Heer, Die alle tijden kent,
hoewel U steeds dezelfde bent,
wilt U ons daag’lijks leiden.

Heer, Die de eeuwigheid omspant,
neem ons toch mee aan Uwe hand,
leid ons door alle tijden