vrijdag 30 november 2012

Zo trots op B4Va!



Het is woensdagmiddag op het Zorgplein. De leerlingen van B4Va organiseren het jaarlijkse Sinterklaasfeest voor de (klein-)kinderen van het BKW-personeel. Inclusief de voorbereidingen vormt dit het praktijkdeel van het schoolexamen Zorg & Welzijn. Met échte kinderen kun je écht laten zien hoe goed je bent. 

Op initiatief van onze vertrouwde “HuisPieten” Jolijn en Jorien is de opzet van het feest dit jaar veranderd. De Pieten achten de fysieke aanwezigheid van Sint niet langer noodzakelijk, zelfs ongewenst, gezien de onevenredige spanning en het kleuterverdriet van vorig jaar. Dus krijgt Sint een snippermiddag en nemen zijn Pieten met hun B4Va-crew de honneurs waar. En hoe! De leerlingen hebben vorige week in groepjes alle aanmeldingen geïnventariseerd en zijn vervolgens met het benodigde geld op pad gegaan. Ze hebben voor alle kinderen bij hun leeftijd passende presentjes gekocht en die netjes op naam ingepakt.
“Mag ik volgende week ook Zwarte Piet zijn, mevrouw?” Zeker acht paar puberogen keken me bedelend aan. Wie kan daar nee tegen zeggen? Ik niet. Al bleek Jorien achteraf niet zo blij met zoveel extra zwarte hulpjes, ik kon er de grap wel van zien en stemde toe: Je zorgt zelf voor een pak en voor iemand die komt schminken. Een van de meiden bevorderde ik tot Hoofdpiet; zij inventariseerde een lijst met namen, zeven extra Pieten leverde het me op. Een hulpvaardige moeder wilde ons helpen en een handige leerling bestelde via internet wat extra schmink. Mooi geregeld, zou je zeggen. Twee meiden van de parallelklas wisten zich behendig tussen de pietenploeg te wurmen: tegen mijn collega verklaarden ze dat ik hen gevraagd had om mij te komen helpen – aan mij vertelden ze dat ze zulke professionele pietenpakken hadden dat ik geen nee meer durfde te zeggen. Dachten ze. Gelukkig spreken wij collega’s elkaar ook nog dus de list werd tijdig ontmaskerd: de meiden krijgen gewoon kookles in plaats van pietenpret. Alles op zijn tijd!

En nu is het dan woensdag. De schminkmoeder heeft een sollicitatiegesprek en kan niet komen. Dat begint al goed. Heleen, de onderwijsassistent, blijkt niet ingeroosterd. Lieve help, ook dat nog. In de pauze drink ik mijn bakje koffie in de personeelskamer. Daar komt een van de jongens op me af: “Mevrouw, we hebben een probleem. We zijn allemaal ons Pietenpak vergeten!” Oei, dat is me nou ook wat! 

Ik houd mijn gezicht keurig in de plooi en vraag hem wat hij nu gaat doen. “Kan ik even thuis mijn pak gaan halen?” stelt hij me vol overtuiging voor. Nee, natuurlijk kan dat niet. Kom ik even mooi weg. Geen gedoe met schminken. Geen extra onrust in de tent. Grinnikend drink ik mijn koffie op. Daar gaan we! Heleen is gelukkig toch van de partij. Een heerlijk paar extra ogen erbij en een hele zorg minder. 

Van 10.45 tot 14.35 uur duurt de les en van 13.00 – 14.15 uur het feest. Strakke planning is het devies. Daadkrachtig bouwen de leerlingen het Zorgplein om tot een waar “Zwartepietenhuis” met bijpassende activiteiten in de verschillende werkvelden. De uitvoering daarvan is door de leerlingen zelf bedacht. Ervaringsgericht Leren ten voeten uit. Ideaal voor onze Doeners
In het werkveld ziekenhuis wordt Sint-poppenkast gespeeld, in de thuiszorg kunnen kinderen hun Pietendiploma behalen, in de kapsalon staat een Sint-knutseltafel klaar en in het kinderdagverblijf doen de kinderen pionnen-dans op Sinterklaasliedjes. 
Voelden onze leerlingen zich tijdens het oefenen nog voor joker staan, zodra de kinderen er zijn is dat over. Nu is het helemaal echt. Een genot om naar te kijken voor docent en (groot-)ouders, zoals onze – soms bewerkelijke – pubers zichtbaar genieten van het vermaken en begeleiden van de kinderen.

Twee leerlingen vormen het ontvangstcomité en wachten onze gastjes in de hal op. Zo nodig begeleiden ze hen naar het Zorgplein. Daar krijgen de kinderen een naamsticker en worden ze naar een zitplaats begeleid. In het begin gedragen de leerlingen nog wat onwennig maar gaandeweg krijgen ze steeds meer schik in hun rol en taak. Meer dan een vingerknip of een gebaar als ondersteuning hoef ik niet te maken, samen met de onderwijsassistent zijn we stand-by voor vragen of problemen. Maar het echte werk, dat doen vanmiddag onze leerlingen!
De Zwarte Pieten komen op het afgesproken tijdstip het Zorgplein oprennen en zetten de boel gezellig op stelten. Samen met kinderen en zelfs enkele leerlingen dansen ze na het welkomstwoord de “Zwarte Pieten Style” , het malle dansje dat momenteel zo razend populair is. Iedere kleuter kent het, en de Pieten natuurlijk ook. Dat Jolijn zich de volgende dag afvraagt hoe ze toch aan die vreselijke spierpijn komt: ik weet het wel als ik het filmpje terugkijk. Net goed. Als je zo gek doet moet  je dat de volgende dag nog voelen.

Dat de computerspeaker de “pionnendans” van de kindjes niet kan overstemmen mag te pret niet drukken: één van de jongens zingt met zijn baard-in-de-keel-stem de liedjes luid genoeg mee en als zijn maatje op het stopknopje drukt houdt hij abrupt op met zingen: het signaal om de pion van de vloer te pakken (zoals bij stoelendans, wie is er net te laat?) 
In de poppenkast is het krap voor de meiden, ze hebben zichzelf niet meegeteld bij de opstelling, maar ze laten zich niet kennen. Hun voorstelling doen ze vier keer en natuurlijk is de laatste de beste. Reken maar dat ze vanmiddag iets geleerd hebben. En ik ben trots op ze, want dat poppenkast spelen waren ze van tevoren echt niet van plan. En ze doen het wel, en goed ook!!
Een van de jongens zei vorige week: “laat mij maar Sint zijn, want ik ben turk”. Maar ja, geen Sint dit jaar dus hij doet iets anders. Behalve de begeleiding van de Pietengym moet hij de tijd tussen de rondes bewaken, een gewichtige taak. Hij krijgt van mij een oranje plastic fluitje. “Mag ik mijn mobiel voor de tijd gebruiken?”, vraagt hij met een grijns. Mobielen zijn ten strengste verboden op het Zorgplein maar als je nu zo’n belangrijke taak te verrichten hebt? Dan moet je goed uitgerust zijn, dus vooruit maar. Dat de spelrondes niet allemaal even lang duren valt niemand op, dat mobiel zie ik alleen in gebruik voor het afgesproken doel. En dat oogt heel professioneel.

Kleine kindjes die op de tafel klimmen, en bal in een korf mikken en dan op de bank mogen springen, je houdt het niet droog met die slungelpubers ernaast. In de knutselhoek is het heerlijk rustig. Er wordt flink geknutseld; de jufjes vinden het zelf net zo leuk als de kinderen. Vooraf hebben ze ijverig allerlei Sinterklaasfiguurtjes uit zitten knippen om nu op mutsjes te kunnen plakken. Mijn leerlingen verzorgen schijnbaar geroutineerd de volledige uitvoering, zoals de ontvangst en het welkomstwoord, ik glim van trots. Ze delen de versnaperingen rond, voorzien (groot)ouders van koffie of thee, begeleiden de activiteiten en het rouleren van de groepjes. Na het uitpakken van de cadeautjes zie ik een van de knullen als vanzelfsprekend al het inpakpapier van de grond rapen. Hij verzorgt ook het afscheidswoord en wat ben ik trots. Op hem, op allemaal, dit stelletje ongeregeld dat me drie weken terug nog alle hoeken van het Zorgplein probeerde te laten zien. Wij klaren hier met elkaar een geweldige klus!
                                  
De kinderen verlaten nu geleidelijk aan het Zorgplein. Gezamenlijk ruimen we de rommel op. 
Alle meubelen gaan weer op hun plek, de gebruikte gymspullen retour gymzaal. Ongelooflijk: als twintig minuten later de bel gaat ziet het Zorgplein er weer onberispelijk uit. En dat is maar goed ook want er komt een nieuwe klas aan. Maar voor het zo ver is gaan we nog even zitten, want de Zwarte Pieten willen hun team nog toespreken. Ze evalueren samen het feest en geven professioneel feedback op de verschillende activiteiten. Natuurlijk ontvangen de leerlingen van hen het compliment dat ze vanmiddag dik verdiend hebben. 
Heel attent geven de leerlingen op eigen initiatief ook feedback aan de Zwarte Pieten : "Jullie doen het zo losjes, jullie zijn echt heel goed op elkaar ingespeeld!" En daar zijn onze Pieten enorm mee in hun sas. Want één keer per jaar samen je act opvoeren en dan goed op elkaar ingespeeld lijken: dan heb je het goed aangepakt. (Waarvoor dank, meiden!) Innig tevreden bekijken Heleen en ik de groep: werkelijk iedereen hier heeft zich van zijn beste kant laten zien. Er is vanmiddag geen onvertogen woord gevallen. Wat zijn we trots.

B4Va heeft alle zeilen bijgezet om het Sinterklaasfeest tot een spetterend succes te maken.
Dat dit uitstekend gelukt is was duidelijk te zien aan de stralende gezichtjes van de kinderen. 
En aan die van onze leerlingen! Wat een stel kanjers. 




maandag 26 november 2012

Bij de tijd, uit de tijd, op tijd


Tot voor kort was een horloge iets dat oudere mensen om hun pols droegen. Bij jongeren kwam je zoiets niet tegen, die gebruikten hun mobiel om te weten hoe laat het was. Maar tijden veranderen! Ineens zijn ze er weer. Horloges zijn hip. Hoe groter en opvallender de klok hoe jonger de drager, heb ik ontdekt. Zonder horloge ben je tegenwoordig uit de tijd.

In de aanloop naar dit blogje verricht ik online enige research. Ik ontdek iets dat ik absoluut nog niet wist, namelijk dat ik voor mijn horloge een horlogebox of een watchwinder kan aanschaffen. Van een horlogebox kan ik me nog wel een voorstelling maken maar wat is in vredesnaam een watchwinder?? Dit is, zo lees ik, een uiterst handige accessoire voor een automatisch horloge. Een watchwinder windt uw horloge op, voorkomt slijtage, zorgt voor een optimale olievoorziening in het horloge en is uiteraard een perfect opbergsysteem voor uw horloge(s)”

Ik ben nieuwsgierig geworden en zoek nu verder. Wat is er nog meer dat ik niet weet van horloges? Best veel. Alleen het aantal soorten al. Onder elkaar zie ik ze - in knalkleuren of van prijzig metaal, overzichtelijk geëtaleerd op alfabetische volgorde - voorbijkomen in de digitale horlogewinkel: Analoge, automatische, chronograaf-, designer, digitale, duurzame, duik- ,F1- , klassieke, kunststof, sport- , titanium, trendy en XXL horloges: vandaag besteld, morgen in huis voor een bedrag dat ik hooguit voor een nieuwe auto uittrek. Van een chronograaf horloge heb ik nog nooit gehoord. En wat maakt eigenlijk een horloge duurzaam? Werkt dat misschien op zonne-energie, zit er een (op)windmolentje op? 

Ik acht het niet nodig me hier verder in te verdiepen. Jarenlang behielp ik me zonder horloge, ik wist precies waar op mijn pad de klokken hingen en op een kwartier nauwkeurig hoe laat het was – ik was allergisch voor metaal en dus ook (dit was voordat het titanium gebruikt werd) voor horloges. Ik heb één horloge, met een stoere platte titanium kast. Ik kreeg het cadeau bij ons afscheid uit Nieuwendijk wegens bewezen diensten bij het Regenboogkinderkoor. Ik draag mijn horloge al die jaren trouw en met een warm gevoel van herinnering. Er hoort een batterijpasje bij “voor het leven”, als ik te veel achter ga lopen kan er gratis een vers accuutje in.  

In de zomervakantie laat ik mijn horloge links liggen. Ik neem het wel mee maar verder dan het plankje in de caravan komt het niet. We nemen de tijd om tot rust te komen, hoe vroeg of laat we leven is van ondergeschikt belang. Na de eerste week heb ik een aardig bruin polsje en dat alleen al bezorgt me een vakantiegevoel. Zodra we thuis zijn gaat mijn klokje weer om en ben ik weer bij de tijd.

Dit jaar verschilt van andere jaren: het is november en ik heb mijn horloge nog steeds niet om. De aanhoudende strijd met mijn beschikbare tijd en de studie heeft me tegendraads doen worden. De maat is vol, wat mij betreft. Zo lang ik mijn lege pols kan zien voel ik me vrij. Mijn horloge zit weggestopt in een zijvakje van mijn handtas. Ik weet heus wel hoe laat het is. En ik heb al helemaal geen behoefte aan een “horlogebox met stoffen inleg waardoor het horloge op een veilige manier kan worden opgeborgen”  Wat een flauwekul, zeg.

Twee weken geleden nam ik mezelf anders mooi te grazen. Ik stond bij de bakker in de rij en was enigszins gehaast: Elske en de jongetjes zouden op bezoek komen en ik wilde op tijd thuis zijn. In de winkel ontwaarde ik geen klok. Zonder nadenken deed ik een greep in mijn tas en blikte vluchtig op mijn eenzame uurwerk. Ik kreeg de schrik van mijn leven: het was al een uur later dan ik dacht! Snel rekende ik af, streepte een aantal minder dringende boodschappen van mijn lijstje en sjeesde naar huis. Om daar op de keukenklok drie kwartier eerder binnen te zijn dan gedacht. In mijn tas heerst nog de zomertijd.

Mijn persoonlijke leerpunt voor dit jaar is dat ik niet (meer) ga proberen op twee plaatsen tegelijk te zijn – want ik denk diep in mijn hart altijd dat ik dat wel kan, of tenminste een beetje.... Ergo: ik laat me niet meer terroriseren door de tijd. Hier en daar een beetje speling in mijn agenda en genieten van de mooie momenten, daar kom ik al een heel eind mee. Deadlines duren tenslotte maar even.

Maar wat het vrije gevoel betreft: ik geef het op. Een bruin polsje heb ik niet meer en vakantie is het nog lang niet. Dat horloge gaat weer om mijn arm. Flink zijn en doorgaan, de tijd tikt door naar september 2013. Wie dan leeft, wie dan zorgt – ofwel mijn tijden zijn in Gods hand. Hoe zal dat dan zijn? Wat zoek ik, wat wens ik me? Het droombeeld van een eeuwigheid aan vrije tijd? Of mijn agenda gewoon een onsje minder vol? Plan ik mijn afspraken minder krap, hou ik tijd over voor een boek of een mooie film? Maak ik dan de wandelingen waar ik me nu de tijd niet voor gun, langs de rivier waar we tegenwoordig vlakbij wonen? Weet ik duurzame contacten met familie en vrienden te onderhouden en krijg ik de tijd om mijn kleinkinderen op te zien groeien?

Ik ga slapen. Over vijf minuten ben ik een jaar ouder. Wie doet me dat in dezelfde tijd na? Dan zijn we tegelijk jarig!