dinsdag 9 september 2014

(ge)lucht

In gedachten ben ik even terug op de camping. Eén onvergetelijk nachtje is het maar dat de broertjes bij me logeren. Aart ligt al lekker te slapen in de caravan en Koen helpt zijn oma met de afwas. “Als je later terug komt kun je de hele afwas voor me doen” zeg ik dapper want mijn assistent gaat emigreren. “Nou echt niet, dat doet u maar lekker zelf!”, lacht hij. 
Over mijn schouder zie ik een prachtige roze avondlucht – “Kom mee, dan zijn we nog net op tijd voor de lichtshow!”, maan ik Koen en ik help hem haastig bovenop de picknicktafel. Verbaasd laat hij zich optillen en samen genieten van de spectaculaire kleurenpracht in de wolken. Heel even en dan is alles grijzig. Het duister valt. 


Het fietsen in de polder mis ik na twee jaar Zwijndrecht nog steeds, en dan met name de kleurige luchten rond zonsop- of ondergang. Zo’n imposante lichtshow duurt maar een kwartier en je weet vooraf nooit wat je mee gaat maken - in de polder krijg je er twéé als je de weerspiegeling in de waterpartijen mee rekent.

Zo’n avond is het als ik op mijn nieuwe fietsje stap. Klaar voor een rondje om mijn hoofd leeg te maken. De eerste helft vind ik het maar zwaar, ik voel mijn benen en voer in gedachten nog het ene gesprek na het andere. 
Bij de Zijdebrug stap ik even af. Mijn cameratas heeft niet voor niets al die tijd mijn rug verwarmd. Klik, klik, ik word blij van wat ik zie. Als ik van de brug af zoef zie ik een dame met een camera, en ik fluister haar op vol volume toe dat je bovenop de brug de weerspiegeling er gratis bij krijgt. “ O ja” roept ze en ze rent het bruggetje op. Blij voor haar en voor mezelf trap ik monter langs het riet. Ik ruik hier van alles, hooi, koeien, kuilgras, varkens, heerlijk!

Een mooie avond in de polder heeft een keerzijde. Al trappend word ik bekogeld door honderden vliegbeesten - maar mogelijk is het andersom, overweeg ik. Die beestjes wonen hier tenslotte, ik ben de gast. Mij deert het niet, ik draag ter bescherming mijn zonnebril tot ik echt niets meer kan zien. Het is nog lang niet donker en dat is maar goed ook, want mijn achterlichtje logeert bij de pechvogel aan wie ik het vorige week uitleende. 
Ik ben een gezagsgetrouwe burger en heb dus een goede reden om nu heel hard te fietsen. Met de stoom uit mijn oren tik ik net na het vallen van de duisternis onze garagedeur aan. Ik ben echt lekker gelucht.


Geluk
Ik heb een heerlijk rondje gefietst,
een paar prachtige plaatjes geschoten
en zowaar

de laatste kilometers alléén maar aan fietsen gedacht