donderdag 23 januari 2014

Haastklus in badjas

In het prettige besef dat ik vandaag nergens heen hoef blijf ik nog even liggen als de wekker afloopt. Ik hoor de regen op het dak en loop in gedachten mijn dagprogramma door. Een lange lijst van klusjes heb ik mezelf voor vandaag ten doel gesteld, en ik kan niet zeggen dat ik daar veel zin in heb. Terwijl ik moed lig te verzamelen hoor ik het geluid van de vuilniswagen en ik weet: ik moet wél ergens heen, en snel ook.

Ik ben mijn bed al uit, gris mijn badjas mee en strompel de twee trappen af. De voordeur zit op het nachtslot, ook dat nog, de enige schoenen waar ik in kan springen zijn niet van mij, de garagedeur laat zich gelukkig vlot openen - en daar draaf ik met onze grijze container naar de vuilniswagen. Deze echter maakt juist weer vaart voor een volgende lichting, hier om de hoek.

Met een zucht houd ik halt en incasseer mijn verlies: ik ben te laat. Maar de chauffeur heeft me gezien en houdt de wagen stil. Zo snel als ik kan sleep ik mijn container naar de laadbak aan de achterkant en groet de man die hem van me overneemt. Ik hoop maar dat mijn grijns zo breed is als ik denk, want wat ziet hij nog meer? 
Als ik ga liggen gaat mijn haar altijd staan, ik weet exact hoe belachelijk ik er uit zie. Op de instappers van mijn man, in mijn kobaltblauwe badjas. Het is drie graden maar daar merk ik niets van, komt er soms stoom uit mijn oren?

Sneller dan ik mijn bed uit was is de container geleegd. Zo stralend als ik kan bedank ik de man voor de service en haast me met de rammelende bak in mijn kielzog naar huis. Zouden de buren al wakker zijn? Ik hoop maar van niet.

Ik sta alweer in de hal, werp omzichtig een blik in de spiegel. Vreselijk zeg - en ik schiet in de lach. Ik ben zeven minuten mijn bed uit en heb mijn eerste avontuur al beleefd. Kom maar op met de rest van de dag!


maandag 20 januari 2014

Vi ønsker dig held og lykke i Danmark!!

Daar gaan ze, en het melodramatische deel van mijn brein voegt daar onmiddellijk dat zinnetje aan toe waar een heel volk vorig voorjaar over struikelde…. de dag die je wist dat….

Jarenlang trokken ze samen op. Onze kinderen en hun vrienden. De jeugdvereniging die niet meer bestaat was de as waar het wiel van de vriendschap om draaide. Toen ze allemaal nog 'thuis' woonden zagen we ze vaak. Diepzinnige vragen en urenlange gesprekken, of juist niet: lachsalvo’s waar de hele buurt van meegenoot. Na kerktijd neerstrijken voor een kop koffie en nooit meer weggaan, samen op kamp of iets spannenders. Robin Hood, de onovertroffen tekenfilm, van voor naar achteren uitspelen, en dat jarenlang! 
Bijzondere - toen nog - kinderen waren het. Een jongen van zestien met een melkquotum, hoe vaak heb je die op je bank zitten? Of een knaap die iedere overvliegende gans het liefst ter plekke uit de lucht zou schieten? De meiden die samen drie weken in een Afrikaans bed sliepen, een stukje gedeelde geschiedenis waar niemand meer tussen komt. Er schoof een lief meisje aan dat zich de kaas niet van het brood liet eten. Ze bleef. Het werd er alleen maar gezelliger op. En we bleken collega’s! Genoeg te bepraten bij de koffie. 
Heerlijke herinneringen aan die onbezorgde momenten – toen, voor de moeder die ik was, en nu, lang nadien, nog steeds. Enig ongemak over al dan niet tutoyeren zorgde er voor dat ik op mijn oude dag ineens weer tante werd. We lachten er met z’n allen maar eens lekker om, en ik kon zeggen wat ik wilde: ik was TanteNely en ik bleef het. Wie had toen kunnen bedenken dat er aan al die zorgeloze en vanzelfsprekende ontmoetingen ooit een eind van 700 kilometer zou komen?
  
Ze trouwden, twee aan twee. Ik was buitensporig trots op ieder bruidspaar, want ja, ik hoorde er bij, ik was een tante! De jaren gingen voorbij, de dromen kwamen meer of minder binnen bereik en voor sommige daarvan moesten mijn ‘neven’ of ‘nichten’ bitter hard werken.
Er werden kinderen geboren, de één nog liever en slimmer dan de ander, en hoe kon het ook anders - TanteNely was gek op allemaal. Na kerktijd mochten ze mee om Wilhelmus, ons kolossale konijn, eten te geven of te aaien. Op een kritisch moment hielp één van de jonge vaders Wilhelmus uit zijn lijden en niet veel later deed Koos zijn intrede. De boerendreumes zag van Koos de charme niet, zij wist thuis tientallen cavia’s en nog veel meer koeien. Daar benijdde ik haar een beetje om. Mijn luchtkasteel is een boerderij. En mijn kleinveestapel slinkt gestaag: toen we hier kwamen wonen deed ik met bloedend hart afstand van mijn kippen en nog niet zo lang geleden gaf Koosje de geest. 
Mettertijd vergroeide de vriendenschaar tot een log apparaat. Even neerstrijken voor een bakkie koffie was er niet meer bij. Ik bleef stug hopen op een reünie bij ons op de bank: het is er niet van gekomen.

De boerderij van Martijn en Geeske bevindt zich vanaf deze week niet meer bij ons om de hoek maar, krap 700 kilometer verderop, in Denemarken. Behalve hun kindjes verhuist een broer mee. Een ingrijpende verandering. 
Zaterdag was ik bij het afscheid. Ik zag een lange rij van mensen die dit lieve stel een gouden toekomst kwamen wensen. Ik zag de dappere grootouders – en bedacht me het gemak waarmee ik zelf ooit mijn droom ben gevolgd. Hoe zal dat toen voor mijn ouders geweest zijn?  Zeeland is geen Denemarken, nee, maar even neerstrijken voor een bakkie koffie is er in beide gevallen niet bij. Definitief en heftig. 

Wat zal ik Martijn en Geeske missen. Ja ook ik. Ik jankte zaterdagmiddag als de emoties opliepen stiekem mee achter mijn camera – want ik mocht er foto’s van maken. Ik klikte me suf zodat – straks, morgen, volgende week – een lastig moment verzacht kan worden met beelden van al die lieve mensen. Zo heb ik dat zelf ervaren toen we – voordat Internet elke afstand overbrugde - van Walcheren naar het Land van Altena emigreerden. Een filmpje van het afscheid, daar kon ik naar blijven kijken - tot ik thuis was in ons nieuwe honk. Toen verdween het in de la met dierbare herinneringen en kwamen er nieuwe overheen.

Bovendien: wat een voorrecht biedt juist deze tijd. Een beetje oma evolueert bij een emigratie terstond tot een enthousiaste Facebooker en leert in no time vlotjes communiceren via FaceTime of Skype. We kunnen elkaar zien en spreken, oma kan de knutselwerkjes bewonderen en als ze zwaait dan zwaaien de kleinkinderen terug. Wie weet behoort TanteNely ooit tot de uitverkorenen die via Skype de nieuwgeboren Deense caviaatjes mogen bewonderen.

Toen ik vanmiddag uit school kwam stond hier een prachtige bos tulpen op tafel, met een lief kaartje er aan. Dat kaartje bewaar ik als aandenken aan een prachtige periode. De tulpen kan ik helaas niet drogen in een dik boek  zoals ik vroeger wel heb gedaan. Ik heb er uiteraard een foto van gemaakt: die gaat op de externe harde schijf in de map met dierbare herinneringen. Maar het beste bewaar ik dit hele verhaal en die bos tulpen natuurlijk op mijn persoonlijke harde schijf. En in mijn hart!


Lieve Martijn en Geeske, dank voor alle fijne momenten en belevenissen. Het ga jullie goed. We wensen jullie Guds velsignelser. Die 700 kilometer scheidt ons vanaf nu maar jullie horen er wat ons betreft voor altijd en helemaal bij!