maandag 9 september 2013

Wat een leuke engelen kom ik toch tegen


Het is half vijf, als ik doorfiets kan ik nog gaan sporten. 
Het regent, gelukkig zag ik vanochtend net op tijd mijn poncho hangen: die verdween in mijn fietstas en nu over mijn hoofd: ik zit droog! Op weg naar de brug roept een fietsende tegenligger me toe: Je kan er niet door, hoor! 

He bah. De brug weer open, en hoe lang? De vorige keer was het vijf uur, en dat was eergisteren. Ietsje minder monter trap ik richting brug. Er komen fietsers de trap af, zijn ze omgekeerd of komen ze van de overkant? Even navragen: de slagbomen gaan niet open. 

Ah, dat heb ik eerder meegemaakt, toen ik tijdens de verhuizing met een tasje Chinees naar Zwijndrecht fietste. Om de warme prak niet af te laten koelen ben ik toen met mijn stalen knol onder de bomen doorgekropen - dat doe ik gewoon weer. 
Dapper werk ik me met mijn fiets langs de trap naar boven. Daar staat een groepje fietsers te overleggen: kun je eigenlijk wel onder die slagboom door, er staat en flinke rij wachtenden voor. Ik zie er kennelijk uit alsof ik overal door pas want als ik zoiets beweer begint het hele groepje te rijden. Achter mij twee jongens, scholieren op weg naar huis zo te zien. 
Gaan jullie er onderdoor?, vraag ik. Dan kom ik achter jullie aan. Slim van mij want ik weet dat ik mijn fiets er in mijn uppie nooit door krijg. Het kinderstoeltje en de motor maken er een onhandelbaar stuk ijzer van als je het dwars op zijn kant wilt verplaatsen.

Zo gezegd zo gedaan. We bewegen ons behoedzaam lopend door de rij wachtende wielrijders. Niemand spreekt, geen commentaar of groet. Het algehele zwijgen heeft iets plechtigs. "Help je me even als het me niet lukt?" vraag ik bij de slagboom aan de achterste jongen. "Tuurlijk!" zegt hij stellig en hij doet het ook. 
In no time ben ik onder de slagboom door. Maar er komt er nog één. "Deze is veel lager!", roept de voorste knul naar zijn vriend. "Dat was de vorige keer ook.", weet deze en daar moet ik nu nog steeds om lachen. Maar hoe laag ook, mijn engel zet nogmaals zijn fiets tegen de leuning en hijst de mijne horizontaal onder de boom door. Mij moet hij ook bijna slepen, ik voel me lachwekkend onbeholpen terwijl ik daar in mijn hemelsblauwe poncho overeind probeer te komen. "Zwaar hè!" zucht ik om mijn redder af te leiden en dat vindt hij ook maar, voegt hij er aan toe, "u gaat zometeen wel veel sneller!" Wat ook weer waar is. We groeten elkaar nog een keer en ik voer mijn tempo op. 

Ik trap lekker door, ha!, wat hebben we dat handig aangepakt. De weg staat vol met een lange rij auto's en vrachtwagens. Bussen hebben de deuren geopend, de passagiers lopen de brug over. Zo kom je ook thuis. 
Bij het tweede stoplicht voegen de jongens zich weer bij me. "Daar zijn jullie weer!" grinnik ik en ook zij lachen. Wat een leuk stel. "Waar zitten jullie op school?", begin ik een praatje. "Op De Lage Waard in Papendrecht", is het plechtige antwoord. Twintig gedachten schieten tegelijk door mijn hoofd - ik flap er uit dat ik daar werk. Ik ken de jongens niet, zij mij ook niet en tegelijk vragen we "Op de Vijzellaan?" Nee. Ze zitten op de "Keijzerweg", onze eigenste vmbo-locatie. 

Wat een leuke engelen kom ik hier tegen en dan zitten ze ook nog bij mij op school. Of ik hen  tussen onze duizend leerlingen makkelijk zal herkennen weet ik niet, maar ik hoop dat ik ze gauw terug zie. Blij en trots fiets ik naar huis. Dat sporten wordt niets meer. Maar regen of niet, mijn dag kan niet meer stuk!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten