Woensdag
21 juli.
Vreemd
geluid 1.
We zijn op de gewenste tijd vertrokken. Met
de caravan achter de auto de Dorpslaan uit, de vakantievrijheid tegemoet.
Na een uur of wat rijden hoor ik het. Een
vreemd geluid.
Even twijfel ik nog maar al gauw weet ik
het zeker en zeg ik tegen Arie: “ik hoor iets”.
Als ik een vreemd geluid hoor is het
meestal foute boel. Zo ook nu.
We rijden op een Belgische snelweg. Het
wegdek is zoals je van de Belgische wegen verwacht en het is behoorlijk druk op
de weg.
“Bonk…. bonk… bonk…” Ik ken dit geluid. “Arie stop eens, ik hoor het neuswiel!”
Stoppen op dit moment is makkelijker gezegd
dan gedaan maar mijn chauffeur weet het weer voor elkaar te krijgen: na een
paar honderd meter staan we stil op de vluchtstrook. Met een neuswiel aan onze caravan dat niet helemaal rond meer is.
Gelukkig krijgt Arie het weer op zijn plek en kunnen we ons er de rest van de
vakantie nog mee behelpen, het had veel erger gekund. Maar het blijft een raar
gezicht, zo’n eivormig wiel.
Vreemd
geluid 2.
We zijn er een dagje op uit geweest. De
fietsen achterop de auto en de regio ingetrokken.
Arie heeft zich deze keer verdiept in de
geschiedenis van de Beeldenstorm die hier in de buurt ooit begonnen is. Hij weet er veel over te vertellen en zijn
enthousiasme werkt aanstekelijk. Met de kaart op schoot hou ik braaf bij waar
we zijn.
Bij de MacDonalds in Bergues stallen we de
auto. Onder het genot van een cappuccino met een muffin lezen we onze mail, ik
ga op mijn ouwe dag nog voordelen van de Mac ontdekken….. Daarna stappen we op
de fietsen om de directe omgeving te verkennen.
Om nu een lang verhaal kort te maken en weer
terug te komen op een vreemd geluid: we zijn op de terugreis naar de camping. Vlak
voor de afslag op de A16 van Calais naar Boulogne hoor ik “iets”. Wanneer ik er
een opmerking over maak hoort Arie het ook.
Waar doet dit geluid ons nou toch aan
denken? Storing in de radio?? Ik zet de radio uit maar het geluid blijft. De
wind? Het lijkt echt nergens op. Wel wordt het steeds harder. Arie rijdt rustig
verder, ik hoor meer dan hij geloof ik. “Stop nou eens, dan kan ik even
kijken!” Bij een parkeerhaventje staan
we stil. Ik hijs me uit de auto en loop naar achteren. De kentekenplaat hangt
scheef op de grond en zit nog met één schroefje vast aan de fietsdrager.
“Niets ernstigs, hoor, alleen ons kenteken
is een beetje korter geworden…!!”
Met een ijzerdraadje is het geluid binnen
een minuut verholpen.
Vreemd
geluid 3.
Jarenlang vervoerden wij ons gezin met veel
plezier in een Renault Nevada familiale,
een stationwagen met een extra bank achterin. Alles en iedereen paste er in.
Voetballertjes in allerlei maten, collega’s of tennisvriendinnen, iedereen kon
meerijden. Ook op vakantie was het een heerlijke auto.
Vlak voor ons vertrek moest de auto nog
voor de APK keuring. “Als ik achteruit tegen een dijk oprij hoor ik een vreemd
geluidje” zei ik tegen onze garageman. Arie hoorde niks, vulde hij me aan. ’s Middags kregen we een telefoontje: onze
Nevada was afgekeurd. Op het geluidje. Paniek in de tent, want hals over kop
moest er voor de vakantie nog een nieuwe gezinsauto komen. Het werd een
comfortabele Scenic. En onze ouwe trouwe Nevada? Als ik onze dealer mag geloven rijdt die nu vijftien jaar later
nog ergens in Afrika rond. Compleet met geluidje.
En weet je wat nou zo bijzonder is?
Telkens wanneer ik “iets” hoor schiet het
me wel even door mijn hoofd: wie had dit
kunnen denken toen ik rond mijn negende jaar een bespreekgeval was voor een
speciale school voor kinderen met gehoorproblemen!
Donderdag
22 juli.
Leuk
dagje.
We ontbijten onder een wolkeloze hemel en
maken een plannetje.
We gaan vandaag onze auto in Dunkerque
droppen en dan per fiets langs de Frans-Belgische kust naar De Panne. Het
eerste voordeel hiervan is dat we een leuke vlakke route kunnen rijden, het
tweede dat we lekker aan de kust bivakkeren. Vandaag of morgen trekken we
onherroepelijk het binnenland in dus ik geniet
nog maar eens extra van een dagje aan zee.
Volgens plan parkeren we de auto op een
plaats die makkelijk terug te vinden is, op de ruime parkeerplaats bij het
stadion van Dunkerque. Per fiets begeven we ons naar de boulevard om zo een
begin te maken met ons ritje naar De Panne. “We kunnen maar het beste vooruit
kijken” zegt Arie en hij doelt op de donkere wolken die zich achter ons
samenpakken. In een flits bedenk ik me dat we helemaal geen regenkleding mee
hebben genomen, maar ach, zo’n vaart zal het niet lopen en het stikt hier van
de horecaatjes, bij de eerste druppel schuiven wij daar naar binnen.
Het loopt natuurlijk ietsje anders. Na een
klein uurtje fietsen staan we voor de VVV van Zuydtkoote. Gesloten. Nou ja, we
redden ons ook wel zonder informatie en pakken er meteen even een thermosbakkie
koffie bij, er staat zo’n gezellig bankje voor het gebouw.
Met groeiend wantrouwen bestuderen we de
lucht: die ziet er nu heus dreigend donker uit, wat gaan we er van meemaken? Ik
voel de eerste spetters al en we besluiten zolang te schuilen onder het afdakje
van de VVV. Met een triomfantelijke blik hijst Arie zich in de brede
vensterbank: hij zit hoog en droog! De wind blaast precies van de goede kant,
ik ga er gezellig naast zitten en we nemen nog een keer koffie.
Dan barst plotseling de bui los: de wind
draait een halve slag en ineens regent het horizontaal. Van het ene op het
andere moment ben ik kleddernat, ik krijg de volle laag en speur wanhopig naar
een beter plekje. Een dikke pilaar lijkt me even te kunnen redden maar hoe ik
ook sta, de regen komt er aan twee kanten dwars omheen en ik word kletsnat.
Een dame met een geruïneerde paraplu komt
aanrennen en duikt in een portiek. Met een paar grote stappen voeg ik me bij
haar. Ik bof, het is er droger dan waar ik vandaan kom. En ik heb gezelschap!
Ik raak gezellig aan de praat met deze Franse dame, ze was in oktober nog in
Veere en heeft Nederland hoog staan op het gebied van fietsen. Al pratend zien
we de bui overtrekken en na een poosje nemen we hartelijk afscheid en ga ik
Arie weer opzoeken. Die zit nog steeds in de vensterbank bij de VVV en heeft al
zijn vindingrijkheid nodig gehad om tenminste de fietsroutekaart min of meer
droog te houden. Verder is alles kleddernat. De fietsen natuurlijk, de tassen,
wijzelf. Als twee verzopen katten staan
we erbij.
We zijn inmiddels een uur verder en de
lucht boven ons kleurt nu hoopvol blauw. We besluiten er flink de sokken in te
zetten om zodoende weer op temperatuur te komen, en als we een tijdje met de
zon in de rug hebben gefietst is het leed natuurlijk geleden. De rest van de
dag schijnt de zon, en niet een beetje! We pauzeren nog een uurtje op het strand
van de Panne en besluiten onze dag met een heerlijk maaltje vis op een terrasje
aan de boulevard van Dunkerque, en dat allemaal in de volle zon.
Om kwart over tien staan we weer bij de
auto. Fietsen er op en moe en voldaan terug naar de camping. Grinnikend
herinner ik me nog een keer hoe ik Arie
vandaag in de vensterbank heb zien zitten terwijl ik zelf achter een piláár
probeerde te schuilen…. het lijkt nu alweer lang geleden! Wat was dit een leuk dagje.