Jarenlang knipte mijn zus mijn
haar wanneer dat nodig was. Ik had een flinke pruik van lang haar, waar af en toe een stukje af
moest. Voor haar kappersexamen ging ik mee als vlechtmodel: zoals vooraf
beloofd had ik het ontzettend lang laten worden. Keurend liepen de examinatoren
om de modellen heen, duwden voorzichtig tegen de haarcreaties en vertaalden dat
in een cijfer. Onvergetelijk grappig.
En iedereen was geslaagd.
Toen Lita en ik elkaar minder vaak
zagen moest ik op zoek naar een “echte” kapper. Zolang mijn haar op mijn schouders viel
kon er weinig misgaan. Toen mijn kapsel echter korter werd had ik een probleem. Mijn haardos valt makkelijk maar
knipt moeilijk.
Vind daar maar 'es een kapper voor.
Ooit liet ik mijn buurvrouw, kapster van professie, mijn haar in
model knippen. Ik had nog een week of wat voor de bevalling van nummer drie en
alle reden om gauw klaar te zijn. En zij misschien ook wel. In haar sfeervolle keuken zette ze opgewekt de schaar in mijn bos. Na een tijdje viel het me op dat ze wel erg stil werd.
Buurvrouw stamelde “ Het is wel heel erg dik haar….” Bij het afscheid kreunde ze dat
het resultaat mislukt was, ik mocht haar er niets voor betalen. Ik wimpelde haar paniek
weg: “Ah joh, ik heb zulk makkelijk haar! Na een week zie je er niks meer van”
en hield er een paar heel aparte foto’s van mijn kraambed aan over: boven mijn
ogen prijkte een soort scheerkwast.
Vandaag was het weer kniptijd. Op de
afgesproken tijd meldde ik me bij Karin, mijn vaste kapster. Behalve knippen
kan ze ook gezellig een praatje maken, in haar vak een professionele kunst. En ik kan er
ook wat van, voor ons vliegt de tijd bij iedere knipbeurt.
Of ik de laatste
tijd nog iets leuks gedaan had, vroeg ze me. Ik vertelde van ons weekendje
Praag. “Was het leuk?” vroeg Karin. Ik rolde met mijn ogen naar haar
spiegelbeeld, want het antwoord dat ik gaf kon ze onmogelijk verstaan: het
haar van mijn buurvrouw werd vanaf dat moment met de bijbehorende decibellen geföhnd - einde van ons praatje.
“Knik maar ja, als het leuk was” hielp Karin
me een handje en dat deed ik met overtuiging. Daar hing haar schaar werkeloos
in de lucht op de plaats waar zojuist mijn haar nog was.….
Hikkend schoten we
samen in een hopeloze slappe lachbui. Neem van mij aan, dat is echt vreselijk
bij de kapper. Naar jezelf kijken als je lacht is al niks, maar twee vrouwen met de slappe lach voor de spiegel - dat is spectaculair drama!!
Terwijl we allebei de
tranen uit onze ogen veegden probeerde Karin weer aan het knippen te gaan, maar
het was volledig foute boel met ons. Zodra ik haar betraande oogjes voorzichtig
achter mijn hoofd vandaan zag komen kreeg ik het weer benauwd en liepen ook mij
de tranen over de wangen, schudden m’n schouders er een eigen leven op
los: we konden eenvoudig niet meer stoppen. Omzichtig gluurden collega’s en
medecliënten naar ons – en ja, dat hielp ons uiteindelijk wel weer in ons
fatsoen.
Het is natuurlijk helemaal goedgekomen, mijn haar zit weer
feestelijk, ik kan er weer even tegenaan. Grijnzend namen we afscheid.
Bij
onze kapper blijf je lachen, waar vind je dat nog?