Donderdagavond
laat. Later dan me
lief is, meer dan bedtijd. Ik sta voor de
wastafel, klaar voor de finale. Lenzen uit, tanden poetsen, etc. Omdat Arie
geen lenzen draagt haalt hij me hier altijd in. Hij ligt al, de bofferd. Ik bekijk in
de spiegel mijn afgedraaide snuit, zucht maar eens diep en was mijn handen. Wat
ben ik moe.
Lenzendoosje
in de aanslag, sopjes erbij, ik buk me voor de eerste lens. Tik, tik, plofje…
hoor ik en ik weet meteen dat het mis is. Dit overkwam me een jaar of zeven
geleden ook al eens. Ook dat nog. Even hoop ik
dat ik me vergis maar mijn speurende blik brengt me bij mijn positieven. Mijn
lens is in de afvoer van de wastafel getjopt. Daar ligt hij te glanzen,
hopeloos buiten mijn bereik. Actie, en
snel!! Eerst die andere lens nog uitdoen en gauw in het doosje, want zo kan ik
niet goed kijken. Op mijn bureau weet ik een schroevendraaier te vinden. Te
klein, geen beweging in het metalen afvoertje. Ziet er trouwens flink
geoxydeerd uit, kan ik ‘m eigenlijk nog wel openkrijgen? Op naar het onderhuis,
twee trappen af en weer omhoog voor een groter model schroevendraaier. Ik zie
er drie en neem ze zekerheidshalve allemaal mee naar de badkamer.
Van Arie geen
spoor, die slaapt vast al. Wat heb ik het warm!! Ik hou mijn
adem in en draai aan het schroefje. Geen beweging. Volgende schroevendraaier
dan. En ja hoor, er gebeurt iets. Heel
voorzichtig, want stel je voor dat mijn beweging het lensje de zwanenhals
inmanoeuvreert, draai ik de verbindingsschroef los. Beetje wrikken, beetje
draaien nog…. Ik heb ‘m eraf! Daar ligt mijn
lens, op het randje van de afvoer. Met mijn pink pluk ik ‘m weer binnen mijn
bereik: hebbes!!! De emotie die daarbij hoort kan ik niet beschrijven, de zucht
van zoeven is een eitje met de minutenlange serie die ik nu even kwijt moet.
Pfoeeeee! Dat scheelde niet veel.
Ik maak mijn
klus af, parkeer de vier schroevendraaiers zolang in het raamkozijn en zoek
mijn bed op. Arie wordt wakker van mijn gezucht. “ Wat ben je weer laat”
moppert hij. Ik zucht nog maar eens en zeg dat hij niet wil weten wat ik
zojuist heb meegemaakt. Daar gaat een oog open: “ wat dan?” Dit avontuur is in
een zin te vertellen en dat doe ik. “ Wat stom. Dat heb je toch al eens vaker
gehad?” is zijn enige commentaar. Alsof ik wekelijks lenzen in de afvoer stop!
Het duurt nog
een hele tijd voordat ik de slaap kan vatten. Want al speelde dit hele verhaal
zich in de wasbak af op en oppervlak van 3x3 cm, het was - even - ongelooflijk
spannend. Voor mij dan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten